Cijfers per aandoening

– Specifieke fobie

De specifieke fobie wordt gekenmerkt door een aanhoudende angst voor een specifiek voorwerp of specifieke situatie. De stoornis valt onder de hoofdgroep angststoornissen. Hieronder staat voor verschillende demografische kenmerken beschreven hoe vaak een specifieke fobie ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden vóórkomt. Hierbij worden de criteria van de DSM-5 aangehouden.

Diagnostische criteria

Iemand heeft een specifieke fobie als hij of zij voldoet aan de volgende criteria:

  • Een duidelijke en aanhoudende angst voor een specifieke voorwerp of een specifieke situatie (bij voorbeeld vliegen, hoogtes, dieren, een injectie krijgen of bloed zien, besloten ruimtes, stilstaand water of onweer)
  • Blootstelling aan de angstwekkende prikkel roept bijna altijd onmiddellijk angst of vrees op
  • De angstwekkende situatie wordt vermeden of doorstaan met intense angst of lijden
  • De angst of vrees is buiten proportie ten opzichte van het werkelijke gevaar dat de situatie met zich meebrengt
  • De angst, vrees of het vermijdingsgedrag verstoren het dagelijkse functioneren sterk, of er is een duidelijk lijden door het hebben van de fobie.

Vóórkomen

De tabellen in deze paragraaf geven het vóórkomen van een specifieke fobie ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden weer. Hierbij kijken we voor de totale bevolking en voor mannen en vrouwen apart naar het vóórkomen bij verschillende demografische groepen. De tabel geeft de resultaten weer in gewogen percentages en laat zien of er tussen de categorieën van de demografische groepen sprake van significante verschillen zijn (chi-kwadraat toets). Het is mogelijk om de tabel te downloaden om naast de percentages ook het 95% betrouwbaarheidsinterval in te zien. Dit kan met de knop rechtsbovenin de tabel, en te kiezen voor ‘download volledige tabel (xlsx)’.  

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    ten Have, M., Tuithof, M., van Dorsselaer, S., Schouten, F., de Graaf, R. NEMESIS Cijfers per aandoening- Specifieke fobie .Geraadpleegd op: 24 april 2024.Trimbos-instituut, Utrecht