Cijfers per aandoening

– Drugsstoornis

Een drugsstoornis wordt gekenmerkt door een patroon van problematisch medicijn- of drugsgebruik. De stoornis valt onder de hoofdgroep middelenstoornissen. Hieronder staat voor verschillende demografische kenmerken beschreven hoe vaak een drugsstoornis ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden vóórkomt. Hierbij worden de criteria van de DSM-5 aangehouden.

In NEMESIS-3 is de aanwezigheid van een drugsstoornis bepaald voor het oneigenlijke (of niet-medicinale) gebruik van drie typen medicijnen en voor drugsgebruik. Het gaat om de volgende groepen middelen:

  • Slaap- en kalmeringsmiddelen (zoals temazepam, oxazepam, valium en seresta)
  • Stimulerende- of opwekkende medicijnen (zoals dex-amfetamine en methylfenidaat)
  • Pijnbestrijders (zoals instanyl, fentanyl, morfine, oxycodon en tramadol)
  • Cannabis (marihuana, wiet of hasj)
  • Cocaïne (poeder, crack, base of cocapasta)
  • Stimulerende drugs (zoals XTC, amfetaminen of speed)
  • Hallucinerende middelen (zoals LSD, mescaline, paddo’s of truffels)
  • Andere drugs (zoals GHB, ketamine, heroïne of opium)

Vanwege beperkte aantallen kunnen we de aanwezigheid van de stoornis niet apart voor elke groep middelen rapporteren. Dit doen we wel voor enige drugsstoornis (iemand heeft voor één of meer van de groepen middelen een stoornis in gebruik gehad) en voor een cannabisstoornis.

Diagnostische criteria

Er is sprake van een stoornis in het gebruik van drugs (hierna: drugsstoornis) als iemand een patroon van problematisch drugsgebruik heeft. Dit blijkt dan uit twee of meer van de volgende elf kenmerken, die binnen een periode van een jaar optreden:

  • Men gebruikt vaak grotere hoeveelheden of langer dan men van plan was.
  • Men wil beslist minderen of stoppen met gebruik of heeft zonder succes geprobeerd dit te doen.
  • Er wordt veel tijd gestoken in het verkrijgen van de drugs en in de consumptie ervan. Ook kan veel tijd nodig zijn om te herstellen van de effecten ervan.
  • Hunkering, of een sterke wens of drang tot gebruik.
  • Men gebruikt herhaaldelijk drugs met als gevolg dat het niet meer lukt om in belangrijke mate te voldoen aan verplichtingen op het werk, school of thuis.
  • Men blijft drugs gebruiken hoewel dit een sociaal, beroepsmatig, psychisch of lichamelijk probleem in stand houdt.
  • Men offert vanwege het gebruik sociale en beroepsmatige activiteiten en besteding van vrije tijd op.
  • Men gebruikt herhaaldelijk in situaties waarin dit fysiek gevaarlijk is (bijvoorbeeld autorijden onder invloed).
  • Iemand gaat door met gebruiken al kent men de nadelen daarvan voor het functioneren of de gezondheid.
  • Iemand heeft een sterke gewenning of tolerantie. Gebruiken van dezelfde hoeveelheid heeft minder effect dan eerder. Of: de persoon moet meer gebruiken om het gewenste effect te bereiken.
  • Bij stopzetting of onderbreking van gebruik is er sprake van ontwenningsverschijnselen, ook wel onthoudingsverschijnselen genoemd. Het gebruik heeft vaak tot doel om onthoudingsverschijnselen te verlichten of te voorkómen.

De DSM-5 maakt een onderscheid in een milde (2-3 symptomen), matige (4-5 symptomen) en ernstige (6 of meer symptomen) drugsstoornis.

Vóórkomen

De tabellen in deze paragraaf geven het vóórkomen van enige drugsstoornis ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden weer. Hierbij kijken we voor de totale bevolking en voor mannen en vrouwen apart naar het vóórkomen bij verschillende demografische groepen. De tabel geeft de resultaten weer in gewogen percentages en laat zien of er tussen de categorieën van de demografische groepen sprake van significante verschillen zijn (chi-kwadraat toets). Het is mogelijk om de tabel te downloaden om naast de percentages ook het 95% betrouwbaarheidsinterval in te zien. Dit kan met de knop rechtsbovenin de tabel, en te kiezen voor ‘download volledige tabel (xlsx)’.  

Van de mensen met een drugsstoornis ooit in het leven, heeft 39% een milde, 31% een matige en 30% een ernstige drugsstoornis gehad.

Meer lezen?
De Nationale Drug Monitor (NDM) geeft een actueel beeld van het gebruik van drugs in Nederland. Daarnaast biedt de NDM een overzicht van relevante beleidsontwikkelingen en de drugsgerelateerde criminaliteit.

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    ten Have, M., Tuithof, M., van Dorsselaer, S., Schouten, F., de Graaf, R. NEMESIS Cijfers per aandoening- Drugsstoornis .Geraadpleegd op: 23 april 2024.Trimbos-instituut, Utrecht