Op deze pagina lees je meer over hoe ouders denken over de opvoeding en vapen. We beschrijven of dit is veranderd vergeleken met eerdere jaren en of het verschilt naar leeftijd en schoolniveau van het kind en rookgedrag (tabak) van de ouder zelf.
Praten met hun kind
Bijna alle ouders hebben met hun kind gepraat over vapen
Bijna alle ouders (93,9%) hebben met hun kind gepraat over vapen. De rest van de ouders heeft dit nog niet gedaan. Sommigen zijn het wel van plan (4,6%), anderen niet (1,5%). We hebben ook aan ouders gevraagd waarover zij hebben gepraat (meerdere antwoorden mogelijk). De drie meest genoemde onderwerpen zijn: de risico’s en gevolgen van vapen, wat hun kind vindt van vapen en wat ouders zelf vinden van vapen. Minder ouders praten over of het kind wel of niet mag vapen.
Zorgen en schadelijkheid
Een op de zestien ouders maakt zich zorgen dat kind (veel) gaat vapen
Van alle ouders maakt 6,2% zich (heel) vaak zorgen dat hun kind (veel) gaat vapen. Dit is iets hoger dan het percentage ouders dat zich zorgen maakt over roken (zie deze tabel voor een vergelijking met andere onderwerpen). De vraag over zorgen over vapen is in 2023 voor het eerst aan ouders gesteld. We kunnen dus geen vergelijking maken met eerdere jaren.
Bijna alle ouders denken dat af en toe vapen schadelijk is voor jongeren
In 2023 dachten bijna alle ouders (97%) dat af en toe vapen best wel of erg schadelijk is voor jongeren onder de 18 jaar. Dit is een sterke toename vergeleken met 2015 (63,5%). In 2023 werden vapen en tabak roken door ongeveer evenveel ouders als best wel of erg schadelijk ingeschat (zie deze tabel voor een vergelijking met andere middelen).
Wat mag wel en niet?
Van driekwart van de ouders mag hun kind zeker geen trekje van een vape
Driekwart van de ouders (75,4%) zegt dat hun kind zeker geen trekje van een vape of e-sigaret mag nemen. Dit is hoger dan in 2021, maar vergelijkbaar met 2019. Van bijna negen op de tien ouders (86,9%) mag af en toe vapen zeker niet. Dit is hoger dan in 2021, maar vergelijkbaar met 2015 en 2019.
Verschillen naar leeftijd en schoolniveau van het kind en rookgedrag (tabak) van ouders
Verschillen tussen ouders van jonge en oudere kinderen
- Ouders van 12- t/m 14-jarigen zeggen vaker dan ouders van 15-16-jarigen dat
– hun kind zeker geen trekje van een vape mag;
– hun kind zeker niet af en toe mag vape. - Ouders van 12- t/m 14-jarigen zeggen net zo vaak als ouders van 15-16-jarigen dat af en toe vapen best wel of erg schadelijk is voor jongeren onder de 18 jaar.
- Ouders van 15-16-jarigen hebben vaker gepraat met hun kind over roken dan ouders van 12- t/m 14-jarigen.
Bekijk in deze tabel alle cijfers onder ouders van 12- t/m 14-jarigen en 15-16-jarigen.
Verschillen tussen schoolniveaus van het kind
- Ouders van Vwo-leerlingen zeggen vaker dan ouders van Vmbo-leerlingen dat hun kind zeker geen trekje van een vape mag.
- Ouders van Vwo-leerlingen zeggen vaker dan ouders van leerlingen op de andere schoolniveaus dat hun kind zeker niet af en toe te vapen.
- Er is geen verschil tussen de schoolniveaus in het percentage ouders dat
– gepraat heeft met hun kind over vapen;
– denkt dat het voor jongeren onder de 18 jaar best wel of erg schadelijk is om af en toe te vapen.
Bekijk in deze tabel alle cijfers onder ouders van kinderen met verschillende schoolniveaus.
Verschillen tussen ouders die wel of niet tabak roken
- Ouders die zelf tabak roken of een rokende partner hebben, zeggen minder vaak dan niet rokende ouders dat
– hun kind zeker geen trekje van een vape mag;
– hun kind zeker niet af en toe mag vapen;
– zich (heel) vaak zorgen te maken dat hun kind gaat vapen.
Bekijk in deze tabel alle cijfers onder ouders die wel of niet tabak roken.