Op deze pagina lees je meer over hoe ouders denken over de opvoeding en alcohol drinken. We beschrijven of dit is veranderd vergeleken met eerdere jaren en of dit verschilt naar leeftijd en schoolniveau van het kind en alcoholgebruik van de ouder zelf.
Praten met hun kind
Bijna alle ouders hebben met hun kind gepraat over alcohol drinken
Bijna alle ouders (94,5%) hebben met hun kind gepraat over alcohol drinken. De rest van de ouders heeft dit nog niet gedaan. Sommige ouders willen dat nog wel doen (4,9%), anderen niet (0,6%). Ook zeggen bijna alle ouders (94,3%) dat ze makkelijk met hun kind kunnen praten over alcohol drinken. In 2007 lag het percentage duidelijk lager (85,6%), maar sinds 2011 is het percentage ongeveer gelijk gebleven.
Ouders praten het meest over de risico’s en gevolgen van alcohol drinken
We hebben ook aan ouders gevraagd waarover zij hebben gepraat (meerdere antwoorden mogelijk). De drie meest genoemde onderwerpen zijn: de risico’s en gevolgen van alcohol drinken, wat hun kind vindt van alcohol drinken en wat ouders zelf vinden van alcohol drinken. Minder ouders praten over of het kind wel of niet alcohol mag drinken.
Driekwart van de ouders denkt invloed te hebben op het alcoholgebruik van hun kind
Ongeveer driekwart van de ouders (73,5%) denkt waarschijnlijk of zeker wel invloed te hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Van de overige groep denkt 11,2% waarschijnlijk of zeker geen invloed te hebben en 15,2% denkt soms wel en soms geen invloed te hebben.
Zorgen en schadelijkheid
Eén op de twintig ouders maakt zich zorgen over het (toekomstig) alcoholgebruik van hun kind
In 2023 maakte 4,8% van de ouders zich (heel) vaak zorgen over het (toekomstig) alcoholgebruik van hun kind. Dat is een toename vergeleken met 2011, maar niet verschillend van 2015-2021. De groep ouders die zich zorgen maakt over alcoholgebruik is net zo groot als de groep ouders die zich zorgen maakt over roken (zie deze tabel voor een vergelijking met andere onderwerpen).
Ruim acht op de tien ouders denken dat ieder weekend 1 of 2 drankjes drinken schadelijk is
In 2023 denkt 85,3% van de ouders dat ieder weekend 1 of 2 drankjes met alcohol drinken voor jongeren onder de 18 jaar best wel of erg schadelijk is. Dat is het hoogste percentage sinds de eerste meting in 2007 (51,3%). Ook tussen 2021 en 2023 nam het percentage nog toe. In 2023 denken minder ouders dat ieder weekend alcohol drinken schadelijk is dan af en toe roken, vapen of cannabis gebruiken (zie deze tabel voor een vergelijking met andere middelen).
Wat mag wel en niet?
Van de meeste ouders mag het kind géén alcohol drinken
Driekwart van de ouders (74,6%) vindt dat hun kind zeker geen glas alcohol mag drinken als de ouder of partner thuis zijn. Dit is hoger dan in 2021 en daarmee vergelijkbaar met 2019. Van bijna negen op de tien ouders (88,6%) mag het kind zeker niet meerdere glazen alcohol drinken. Dit is kleine stijging vergeleken met 2021 en vergelijkbaar met 2019. Van ongeveer driekwart van de ouders (76,5%) mag hun kind geen alcohol drinken op een feestje met vrienden. Dit is sinds 2015 vrijwel niet veranderd. Op de langere termijn geldt voor zowel 1 glas alcohol drinken, meerdere glazen drinken en drinken op een feestje, dat in 2023 veel meer ouders strenge regels hebben dan in 2007. De grootste toename was tussen 2007 en 2015. Daarna zijn de percentages redelijk gelijk gebleven.
Van iets minder dan de helft van de ouders (45,3%) mag hun kind zeker geen alcoholvrij bier of wijn drinken. Dit percentage is iets hoger dan in 2021 (39,3%).
Kwart van de ouders heeft nooit met andere ouders gepraat over afspraken over alcohol drinken
Aan ouders is gevraagd of zij weleens met andere ouders hebben gepraat over de afspraken die zij hebben over alcohol drinken. Een kwart (25,6%) zegt hierover nooit met andere ouders gesproken te hebben. Verder zegt 36,5% van de ouders dat soms te hebben gedaan, 28,5% doet dit regelmatig en 9,4% praat hier vaak over met andere ouders.
Geven van alcohol en zichtbaarheid thuis
Twee derde van de ouders heeft hun kind weleens alcohol gegeven
Aan de ouders die zeggen dat hun kind weleens heeft gedronken (n = 703), is gevraagd of zij hun kind weleens alcohol hebben gegeven. Twee derde van deze ouders (65,6%) zegt dat zij hun kind weleens alcohol hebben gegeven. Ruim een kwart (28,8%) deed dat één keer en ruim een derde (36,8%) deed dat vaker dan één keer. Dit is vergelijkbaar met 2021 (66,3%). De kinderen waren, net als in 2021, gemiddeld 14,8 jaar oud toen zij voor de eerste keer alcohol van hun ouders kregen. Ouders die hun kind alcohol hebben gegeven, deden dat meestal tijdens een verjaardag (67,2%) of vakantie (43,5%). Ook een feestdag (23,2%), carnaval of kermis (14,8%) of een ander moment zoals het weekend (3,5%) werden genoemd.
Meerderheid ouders heeft alcohol thuis in het zicht van het kind staan
Iets minder dan een kwart (23,1%) van de ouders zegt meestal alcohol thuis in het zicht van het kind te hebben staan en 40,2% zegt dat dit altijd het geval is. Ongeveer een kwart (26,3%) zegt dat zij soms alcohol in het zicht van het kind hebben staan en ongeveer één op de tien ouders (10,4%) zegt dat dit nooit het geval is.
Tevredenheid over de rol van anderen
Ouders minst positief over inspanning van andere ouders om alcoholgebruik te voorkomen
Aan ouders is gevraagd hoe tevreden ze zijn over de inspanning van anderen (bijvoorbeeld andere ouders of de overheid) om alcoholgebruik onder jongeren te voorkomen. Ouders zijn het minst positief over de inspanning van andere ouders en het meest positief over de supermarkt en school. Ongeveer een derde van de ouders vindt dat de sportclub en overheid genoeg doen om alcoholgebruik onder jongeren te voorkomen. Vergeleken met eerdere jaren zijn in 2023 minder ouders tevreden over de inspanning van anderen. Uitzondering hierop is de tevredenheid over de inspanning van de school, dit is in 2023 ongeveer gelijk aan 2021.
Verschillen naar leeftijd en schoolniveau van het kind en alcoholgebruik ouders
Verschillen tussen ouders van jonge en oudere kinderen
- Ouders van jonge kinderen (12 t/m 14 jaar) zeggen net zo vaak als ouders van oudere kinderen (15-16 jaar) dat zij makkelijk met hun kind kunnen praten over alcohol drinken.
- Ouders van 12- t/m 14-jarigen zeggen vaker dan ouders van 15-16-jarigen dat
– zij invloed denken te hebben op het alcoholgebruik van hun kind;
– hun kind zeker niet mag drinken (1 glas, meerdere glazen, op een feestje of alcoholvrij);
– ieder weekend 1 of 2 glazen alcohol drinken schadelijk is voor jongeren onder de 18 jaar. - Ouders van 12- t/m 14- jarigen zeggen minder vaak alcohol te hebben gegeven aan hun kind dan onder ouders van 15-16-jarigen, maar het verschil is niet significant.
- Ouders van 15-16-jarigen maken zich vaker dan ouders van 12- t/m 14-jarigen dat
– ze met hun kind hebben gepraat over alcohol drinken;
– zicht zorgen te maken over het (toekomstig) alcoholgebruik van hun kind, maar het verschil is niet significant. - De leeftijd van het kind maakt geen verschil voor het oordeel van ouders over de inspanning van anderen om alcoholgebruik onder jongeren te voorkomen.
Bekijk in deze tabel alle cijfers onder ouders van 12- t/m 14-jarigen en 15-16-jarigen.
Verschillen tussen schoolniveaus van het kind
- Als we kijken naar hoeveel ouders makkelijk kunnen praten met hun kind over alcohol drinken, zien we geen verschillen tussen ouders met kinderen van verschillende schoolniveaus.
- Ouders van Vwo-leerlingen zeggen vaker dan ouders van leerlingen van de andere schoolniveaus dat
– zij invloed denken te hebben op het alcoholgebruik van hun kind;
– hun kind zeker niet mag drinken (1 glas, meerdere glazen, op een feestje of alcoholvrij). - Ouders van Vwo-leerlingen denken vaker dan ouders van Vmbo-b/k-leerlingen dat het best of erg schadelijk is voor jongeren onder de 18 jaar om ieder weekend 1 of 2 glazen alcohol te drinken.
- Ouders van Vwo-leerlingen zeggen het minst vaak dat ze weleens alcohol aan hun kind hebben gegeven, maar de verschillen met andere ouders zijn niet significant.
- Het schoolniveau van het kind maakt geen verschil voor
– of ze met hun kind gepraat hebben over alcohol drinken;
– het oordeel van ouders het oordeel van ouders over de inspanning van anderen om alcoholgebruik onder jongeren te voorkomen;
– het (heel) vaak zorgen hebben over het (toekomstig) alcoholgebruik van het kind.
Bekijk in deze tabel alle cijfers onder ouders van kinderen met verschillende schoolniveaus.
Verschillen tussen ouders die wel of geen alcohol drinken
- Ouder die zelf alcohol drinken zeggen iets vaker dan ouders die niet drinken dat
– ze hebben gepraat met hun kind over alcohol drinken;
– ze makkelijk met hun kind over alcohol kunnen praten. - Ouders die drinken denken net zo vaak invloed te hebben op het alcoholgebruik van hun kind als ouders die niet drinken.
- Niet drinkende ouders zeggen vaker dan drinkende ouders dat
– hun kind zeker niet mag drinken (1 glas, meerdere glazen alcohol, op een feestje of alcoholvrij);
– zij zorgen hebben over het (toekomstig) alcoholgebruik door hun kind;
– ieder weekend 1 of 2 glazen alcohol drinken schadelijk is voor jongeren onder de 18 jaar. - Niet drinkende ouders hebben minder vaak alcohol aan hun kind gegeven dan drinkende ouders.
- Niet drinkende ouders lijken iets vaker zorgen te hebben over het (toekomstig) alcoholgebruik van hun kind vergeleken met ouders die drinken, maar het verschil is niet significant.
- Het wel of niet drinken door de ouders maakt geen verschil voor het oordeel van ouders over de inspanning van anderen om alcoholgebruik onder jongeren te voorkómen. Uitzondering hierop is de overheid: ouders die zelf drinken vinden vaker dan ouders die niet drinken dat de overheid voldoende doet om alcoholgebruik onder jongeren te voorkomen.
Bekijk in deze tabel alle cijfers onder ouders die wel of niet alcohol drinken.