Trends

Trends

Deze paragraaf beschrijft veranderingen (trends) in het vóórkomen van psychische aandoeningen in Nederland tussen 2007-2009 en 2019-2022. Er wordt gekeken naar trends in het vóórkomen van DSM-IV psychische aandoeningen bij Nederlandse volwassenen (18-64 jaar). Daarnaast gaan we in op veranderingen in de ernst van de psychische aandoeningen en verandering in comorbiditeit.​1​

Trends tussen 2007-2009 (NEMESIS-2) en 2019-2022 (NEMESIS-3) zijn onderzocht met gewogen data van de eerste metingen van beide studies (zie ook over NEMESIS). Om te zorgen dat de cijfers van beide studies vergelijkbaar zijn, kijken we naar DSM-IV aandoeningen in de afgelopen 12 maanden. Deze aandoeningen zijn namelijk in beide studies op dezelfde wijze bepaald. Ook beperken we ons tot volwassenen van 18-64 jaar, omdat deze leeftijdsgroep aan beide studies heeft deelgenomen. Omdat ADHD door de wijzigingen in de DSM niet in beide studies vergelijkbare bepaald kon worden, zijn hier geen trends voor onderzocht.

Enige psychische aandoening

Het vóórkomen van een DSM-IV psychische aandoening in de bevolking is sinds 2007-2009 fors toegenomen. Zo had in 2007-2009 (NEMESIS-2) 17% van de Nederlandse volwassenen een psychische aandoening in de afgelopen 12 maanden. In 2019-2022 (NEMESIS-3) is dit toegenomen naar ruim een kwart (26%). Deze toename blijft zichtbaar als we rekening houden met veranderingen in demografische kenmerken in de bevolking over de tijd.

De toename is ook duidelijk zichtbaar bij stemmings- en angststoornissen. Bij middelenstoornissen is de toename minder sterk. Als we rekening houden met veranderingen in de demografische kenmerken in de bevolking over de tijd, is de toename in middelenstoornissen bovendien niet langer significant. Dat betekent dat veranderingen in de samenstelling van de bevolking een rol spelen in de toename van middelenstoornissen. De resultaten van de logistische regressie-analyses waar deze significanties op gebaseerd zijn staan in de Tabellenbijlage.

Stemmingsstoornissen

Het vóórkomen van alle drie de stemmingsstoornissen (depressieve stoornis, dysthymie en bipolaire stoornis) nam toe tussen 2007-2009 (NEMESIS-2) en 2019-2022 (NEMESIS-3). Bijvoorbeeld: in 2007-2009 had 5% van de volwassen Nederlanders een depressieve stoornis in de afgelopen 12 maanden, in 2019-2022 was dit bijna verdubbeld naar 9%.

De trends van de specifieke stemmingsstoornissen blijven zichtbaar als we rekening houden met veranderingen in demografische kenmerken in de bevolking over de tijd. De resultaten van de logistische regressie-analyses waar deze significanties op gebaseerd zijn staan in de Tabellenbijlage.

Angststoornissen

Het vóórkomen van alle vijf de angststoornissen (paniekstoornis, agorafobie zonder paniekstoornis, sociale fobie, specifieke fobie en gegeneraliseerde angststoornis) nam toe tussen 2007-2009 (NEMESIS-2) en 2019-2022 (NEMESIS-3). Bijvoorbeeld: in 2007-2009 had 4% van de volwassen Nederlanders een sociale fobie in de afgelopen 12 maanden, in 2019-2022 was dit met de helft toegenomen naar 6%.

De trends van de specifieke angststoornissen blijven zichtbaar als we rekening houden met veranderingen in demografische kenmerken in de bevolking over de tijd. De resultaten van de logistische regressie-analyses waar deze significanties op gebaseerd zijn staan in de Tabellenbijlage.

Middelenstoornissen

Het vóórkomen van beide middelenstoornissen (alcoholstoornis, drugsstoornis) nam licht toe tussen 2007-2009 (NEMESIS-2) en 2019-2022 (NEMESIS-3). In 2007-2009 had 1,5% van de volwassen Nederlanders een drugsstoornis in de afgelopen 12 maanden, in 2019-2022 was dit significant toegenomen naar 2,1%. De toename van een drugsstoornis blijft zichtbaar als we rekening houden met veranderingen in demografische kenmerken in de bevolking over de tijd. De resultaten van de logistische regressie-analyse waar deze significantie op gebaseerd is staan in de Tabellenbijlage.

De kleine toename in het vóórkomen van een alcoholstoornis tussen beide studies (van 4,4% naar 5%) was niet significant. Echter, het vóórkomen van een alcoholstoornis was tijdens de coronapandemie lager dan in de periode vlak daarvoor (zie Tabel Effect coronapandemie). Als we ons bij het berekenen van deze trends beperken tot de periode voor de coronapandemie, dan blijkt er wel een significante toename in het vóórkomen van een alcoholstoornis. Namelijk van 4,4% in 2007-2009 naar 6,3% in de periode november 2019 tot medio maart 2020 (niet in figuur).

Ernst van de psychische aandoeningen

Onder degenen met een psychische aandoening in de afgelopen 12 maanden, is ook gekeken of de ernst van de psychische aandoeningen is veranderd.  Dit was niet het geval. Om een voorbeeld te geven: in 2007-2009, had 34% van de volwassen Nederlanders met een psychische aandoening een ernstige aandoening, in 2019-2022 was dit eveneens 34%. Onder degenen met een psychische aandoening bleef dus de verhouding volwassenen met een milde, matige en ernstige aandoening gelijk tussen NEMESIS-2 en NEMESIS-3 (zie figuur).

Comorbiditeit

Onder degenen met een psychische aandoening in de afgelopen 12 maanden is ook gekeken of het aantal mensen met psychische comorbiditeit is veranderd. Hier zagen we wel een verschil. In 2007-2009 had 33% van de volwassen Nederlanders met een psychische aandoening in de afgelopen 12 maanden een comorbide aandoening, in 2019-2022 was dit gestegen naar 41%. Deze toename blijft zichtbaar als we rekening houden met veranderingen in demografische kenmerken in de bevolking over de tijd.

Het vóórkomen van een dubbele diagnose in de afgelopen 12 maanden is ook toegenomen in de afgelopen jaren, namelijk van 1,6% van alle volwassen Nederlanders in 2007-2009 naar 2,5% van alle volwassen Nederlanders in 2019-2022. Deze toename is vergelijkbaar met de trend die we zagen voor het vóórkomen van enige psychische aandoening in de afgelopen 12 maanden (zie hierboven). We spreken over een dubbele diagnose als iemand een stemmings- of angststoornis heeft én een middelenstoornis.

Referenties

  1. 1.
    Ten Have M, Tuithof M, van Dorsselaer S, Schouten F, Luik AI, de Graaf R. Prevalence and trends of common mental disorders from 2007-2009 to 2019-2022: results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Studies (NEMESIS), including comparison of prevalence rates before vs. during the COVID-19 pandemic. Vol. 22, World psychiatry : official journal of the World Psychiatric Association (WPA). 2023. p. 275–285.

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    ten Have, M., Tuithof, M., van Dorsselaer, S., Schouten, F., de Graaf, R. Trends NEMESISTrends .Geraadpleegd op: 02 december 2024.Trimbos-instituut, Utrecht

Nieuwsberichten