Deze pagina geeft de incidentie van psychische aandoeningen weer. We beschrijven percentages over een periode van bijna drie jaar en absolute aantallen per jaar. Incidentie gaat over het nieuw ontstaan van een psychische aandoening bij mensen die nooit eerder in hun leven die aandoening hebben gehad. De incidentie wordt beschreven voor elke specifieke psychische aandoening en de hoofdgroepen.
Incidentie
De incidentie van enige psychische aandoening is ruim één op de tien (11%; zie figuur) over een periode van bijna drie jaar. Dit betekent dat 11% van de deelnemers die op de eerste meting nooit eerder een psychische aandoening hebben gehad, in de periode tussen de eerste en tweede meting van NEMESIS-3 voor het eerst in hun leven een stemmings-, angst- of middelenstoornis ontwikkelde.
Als we kijken naar de hoofdgroepen van psychische aandoeningen, zien we dat 7% van de volwassenen die op de eerste meting nooit een stemmingsstoornis hebben gehad, een stemmingsstoornis ontwikkelde. Voor een angststoornis was dit 7% en voor een middelenstoornis 3,2%.
Van de specifieke aandoeningen is de incidentie van de depressieve stoornis (7%), specifieke fobie (3,5%) en gegeneraliseerde angststoornis (3,0%) het hoogst.
Aantallen Nederlanders met een incidente aandoening
Er is onderzocht hoeveel volwassen Nederlanders (18-75 jaar) elk jaar voor het eerst in hun leven een psychische aandoening ontwikkelen. Een incidente aandoening kan alleen optreden bij mensen die deze aandoening nooit eerder in hun leven hebben gehad. Dat betekent dat bij (groepen van) aandoeningen die op de eerste meting vaak voorkwamen (zie ook Prevalentie), minder mensen deze aandoening voor het eerst kunnen krijgen. Bijvoorbeeld: 6,6 miljoen volwassen Nederlanders hebben nog nooit enige psychische aandoening gehad. Zij kunnen nog voor het eerst een psychische aandoening te ontwikkelen. Als we alleen naar een stemmingsstoornis kijken, is de groep mensen ‘at risk’ veel groter: 9,1 miljoen mensen hebben bij de eerste meting nog nooit een stemmingsstoornis gehad en kunnen dus nog voor het eerst een stemmingsstoornis ontwikkelen. Met de knop in de rechter bovenhoek kan de onderstaande tabel met het aantal mensen ‘at risk’ en 95% betrouwbaarheidsintervallen worden gedownload.
Per jaar krijgen ongeveer 275.000 volwassen Nederlanders voor het eerst in hun leven een stemmings-, angst- of middelenstoornis (zie in onderstaande tabel “enige psychische stoornis”). Zij hebben tot dat moment nog nooit een psychische aandoening gehad.
Een incidente stemmingsstoornis komt per jaar voor bij 237.000 volwassenen die nooit eerder in hun leven een stemmingsstoornis hebben gehad. Een incidente angststoornis bij 228.000 volwassenen en een incidente middelenstoornis bij 122.000 volwassenen. De aantallen van de specifieke aandoeningen zijn terug te vinden in de tabel.
