De sociale fobie wordt gekenmerkt door aanhoudende angst voor sociale situaties. De stoornis valt onder de hoofdgroep angststoornissen. Hieronder staat voor verschillende demografische kenmerken beschreven hoe vaak een sociale fobie ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden vóórkomt. Hierbij worden de criteria van de DSM-5 aangehouden.
Snel naar:
Diagnostische criteria
Iemand heeft een sociale fobie als hij of zij voldoet aan de volgende criteria:
- Men heeft een intense, irrationele en aanhoudende angst voor sociale situaties, vooral als daar een prestatie van die persoon wordt verwacht, bijvoorbeeld spreken in het openbaar, in aanwezigheid van anderen schrijven of vragen beantwoorden
- De persoon is bang door anderen negatief te worden beoordeeld. Hij of zij kan ook bang zijn voor de eigen reactie op de angst, zoals verlegenheid, blozen of trillen
- Blootstelling aan de sociale situaties roept bijna altijd angst of vrees op
- De sociale situaties worden vermeden of doorstaan met intense angst of lijden
- De angst of vrees is buiten proportie ten opzichte van het werkelijke gevaar dat de sociale situatie met zich meebrengt
- De angst, vrees of het vermijdingsgedrag verstoren het dagelijkse functioneren sterk, of er is een duidelijk lijden door het hebben van de fobie.
Vóórkomen
De tabellen in deze paragraaf geven het vóórkomen van een sociale fobie ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden weer. Hierbij kijken we voor de totale bevolking en voor mannen en vrouwen apart naar het vóórkomen bij verschillende demografische groepen. De tabel geeft de resultaten weer in gewogen percentages en laat zien of er tussen de categorieën van de demografische groepen sprake van significante verschillen zijn (chi-kwadraat toets). Het is mogelijk om de tabel te downloaden om naast de percentages ook het 95% betrouwbaarheidsinterval in te zien. Dit kan met de knop rechtsbovenin de tabel, en te kiezen voor ‘download volledige tabel (xlsx)’.