Over de studie NEMESIS

Onderwerpen in NEMESIS-3

In NEMESIS-3 is de Composite International Diagnostic Interview (CIDI) gebruikt om het voorkomen van psychische aandoeningen in kaart te brengen. De CIDI is een gestructureerd diagnostisch interview waarmee de aanwezigheid van psychische aandoeningen volgens de DSM wordt vastgesteld​1​. Daarnaast was er een aanvullende vragenlijst met daarin vragen over allerlei andere onderwerpen. Bijvoorbeeld vragen over demografie, zorggebruik, functioneren en andere psychische problemen en risico-indicatoren. Samen bieden deze instrumenten een uitgebreid beeld van de mentale gezondheid in de algemene bevolking.

De methode van de eerste meting van NEMESIS-3 staat ook beschreven in een internationaal wetenschappelijk paper.

Diagnostisch interview

Tijdens elke meting van NEMESIS-3 wordt een diagnostisch instrument afgenomen, namelijk de doorontwikkelde CIDI 3.0. Bij de eerste meting richtte de CIDI zich op de aanwezigheid van psychische aandoeningen ooit in het leven. Op de vervolgmetingen is dit aangepast naar de periode sinds het vorige interview, voor de meeste deelnemers is dit een periode van ongeveer 3 jaar.

De CIDI kan worden afgenomen door getrainde interviewers zonder klinische achtergrond. Het is een volledig gestructureerd interview: het antwoord op een vraag leidt volgens vaste regels tot de volgende vraag. Het interview begint met een screening sectie met kernvragen over verschillende psychische aandoeningen. Deelnemers die hier positief op reageren, krijgen vervolgvragen over de afzonderlijke aandoeningen.

De aanwezigheid van de volgende psychische aandoeningen wordt gemeten met de doorontwikkelde CIDI 3.0:

Ook suïcidaliteit werd gemeten met de CIDI. In de aanvullende vragenlijst werden bovendien screeners van andere psychische problemen opgenomen (b.v. psychotische ervaringen, autistische kenmerken (alleen op de eerste meting), dwang (alleen op de tweede meting), slapeloosheid) (zie Aanvullende vragenlijst).       

De CIDI begint met een screening sectie met kernvragen over verschillende psychische aandoeningen. Op de eerste meting hadden deze vragen betrekking op het hele leven, op de vervolgmetingen ging het over de periode sinds het vorige interview. Als deelnemers vragen hieruit bevestigend beantwoorden, krijgen ze de secties over de afzonderlijke aandoeningen voorgelegd. Deze secties zijn steeds op een vergelijkbare wijze opgebouwd en bevatten elk vragen over de volgende elementen:

  • De aanwezigheid van symptomen van de psychische aandoening ooit in het leven/sinds het vorige interview
  • De hoeveelheid last of hinder die een respondent ooit in het leven/sinds het vorige interview van de klachten had
  • Het aantal episoden of de duur van de klachten ooit in het leven/sinds het vorige interview
  • De aanwezigheid van de klachten in de afgelopen 12 maanden
  • De mate van hinder van de klachten in de afgelopen 12 maanden op verschillende terreinen
  • Het aantal dagen in de afgelopen 12 maanden niet in staat om normale bezigheden uit te voeren vanwege de klachten
  • Het beloop van de klachten gedurende het hele leven/sinds het vorige interview
  • Het zorggebruik ooit in het leven/sinds het vorige interview en in de afgelopen 12 maanden vanwege de klachten

Uit de antwoorden valt af te leiden of voldaan wordt aan de criteria van een psychische aandoening. De interviewer of deelnemer krijgt hier geen informatie over. Het bepalen van de diagnoses wordt gedaan door de NEMESIS-onderzoekers met behulp van rekenregels die de criteria van de DSM volgen.

Doorontwikkeling van de CIDI
De CIDI 3.0 is in 2003 ontwikkeld voor het bepalen van DSM-IV psychische aandoeningen en wordt gebruikt in de WHO-WMHS. In NEMESIS-3 werd de CIDI 3.0 doorontwikkeld om ook DSM-5 diagnosen te kunnen bepalen en om de belasting voor de deelnemers te verminderen. Er waren drie typen aanpassingen: enkele minder relevante vragen werden verwijderd, een paar doorverwijzingen werden aangepast, en een aantal vragen werd toegevoegd om DSM-5 aandoeningen te kunnen meten.

Klinische validatie-studies in verschillende landen​2​ hebben aangetoond dat de CIDI 3.0 stemmings-, angst- en middelenstoornissen over het algemeen met een goede validiteit vaststelt in vergelijking tot geblindeerde klinische herbeoordelingsinterviews met de SCID. Hoewel de criteria van veelvoorkomende psychische aandoeningen volgens de DSM-IV en de DSM-5 redelijk hetzelfde zijn, zijn de validiteit en betrouwbaarheid van onze aangepaste CIDI 3.0 om DSM-5-diagnoses te bepalen niet onderzocht.

Om de deelnemers niet onnodig te belasten, is de CIDI waar mogelijk ingekort. Vragen werden alleen weggelaten als ze: 1) niet nodig zijn om de aanwezigheid van een aandoening vast te stellen of de prevalentiecijfers niet of nauwelijks beïnvloeden, en 2) niet zijn gebruikt voor publicaties op basis van de data van NEMESIS-2.

Een ​​voorbeeld: volgens de DSM-IV mogen symptomen van een psychische aandoening niet volledig te wijten zijn aan een fysieke oorzaak zoals lichamelijke ziekte, een letsel, of het gebruik van drugs, alcohol of medicatie. In de CIDI 3.0 die in NEMESIS-2 werd gebruikt, werden vragen over deze fysieke uitsluitingsregel gesteld. Een clinicus beoordeelde daarna de antwoorden op deze vragen om te zien of er inderdaad sprake was van fysieke uitsluiting. Dit was bij vrijwel geen enkele deelnemer in NEMESIS-2 het geval. In NEMESIS-3 zijn deze vragen over de fysieke uitsluiting daarom weggelaten.

In twee secties van psychische aandoeningen zijn aanpassingen doorgevoerd in de doorwijzigingen van vragen. Ten eerste kreeg in NEMESIS-2 iedereen die ooit in het leven drugs had gebruikt, de vragen over de symptomen van de betreffende drugs. In NEMESIS-3 is hier een doorverwijzing ingevoegd zodat alleen deelnemers die ooit of sinds het vorige interview vaker dan één keer per maand een specifieke drug hebben gebruikt, de vragen over de symptomen kregen. Consultatie van experts bevestigde dat deze wijziging hoogstwaarschijnlijk de validiteit van het vaststellen van deze aandoeningen verhoogt. Ten tweede zijn enkele doorwijzigingen in de sectie Depressieve stoornis gewijzigd. In NEMESIS-3 worden deelnemers die niet voldoen aan de kernsymptomen van een depressieve stoornis langer in de sectie gehouden. Met deze aanpassing kan in de toekomst subklinische depressie beter worden bestudeerd dan in NEMESIS-2 het geval was​3​.

Voordat een vraag werd verwijderd of een doorverwijzing werd aangepast in de oorspronkelijke CIDI 3.0 die in NEMESIS-2 werd gebruikt, hebben we het effect ervan op de prevalentiecijfers binnen de dataset van NEMESIS-2 bekeken. Dat effect was slechts klein en niet significant. De verschillen in de prevalentiecijfers ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden vóór en nadat we de CIDI 3.0 hadden ingekort, staan weergegeven in de tabel.

De CIDI 3.0 is ontwikkeld voor het bepalen van DSM-IV aandoeningen. Voor NEMESIS-3 is de CIDI op sommige punten aangepast zodat ook DSM-5 aandoeningen bepaald kunnen worden. Zo zijn er wijzigingen aangebracht in de zogenaamde rekenregels die een aandoening definiëren.

Aanpassingen zijn met name gedaan in de sectie Alcohol en de sectie Drugs. Zo kent de DSM-5 een nieuw clusteringscriterium van 2 of meer symptomen in dezelfde periode van 12 maanden. Dit nieuwe clusteringscriterium is nu ook opgenomen in de CIDI. Om de lengte van het interview te beperken, werden voor drugstoornissen de vragen over clustering voor maximaal twee drugs bepaald. Als een respondent meer dan twee drugs gebruikte, waaronder cannabis, dan hadden de vragen over clustering altijd betrekking op cannabisgebruik én op de drug die de meeste problemen veroorzaakte. Het nieuwe DSM-5 symptoom over ‘hunkering’ (‘craving’) was al opgenomen in de CIDI 3.0. We hoefden hier dus geen symptoomvraag aan de CIDI toe te voegen.

In de DSM-5 is de beginleeftijd van ADHD verhoogd van 7 naar 12 jaar. Ook in de aangepaste CIDI-versie wordt daarom nu gevraagd naar aanwezigheid van ADHD-symptomen vóór de leeftijd van 12 jaar in plaats van 7 jaar.

Rekenregels van de CIDI
Uit de antwoorden op de CIDI kan met behulp van rekenregels afgeleid worden of mensen voldoen aan de criteria van een psychische aandoening. De rekenregels van de CIDI 3.0 zijn gebaseerd op DSM-IV diagnosen. Deze rekenregels zijn aangepast om ook DSM-5 diagnosen te kunnen bepalen. De aanwezigheid van DSM-5- psychische aandoeningen werd grotendeels gebaseerd op informatie die al beschikbaar was in de CIDI 3.0. Daarnaast waren enkele kleine veranderingen in de rekenregels nodig. Er is overlegd met experts uit de klinische praktijk voordat deze veranderingen doorgevoerd werden.

De belangrijkste veranderingen in de rekenregels betroffen zowel het weglaten als het toevoegen van symptomen en criteria, evenals aanpassingen in de classificatie van bepaalde aandoeningen.

Zo is in de DSM-5 het criterium ‘problemen met justitie’ verwijderd uit de rekenregels voor alcohol- en drugstoornissen en is ‘rouw’ niet langer onderdeel van de bepaling van een depressieve stoornis. Daarentegen is het symptoom ‘hunkering’ toegevoegd om alcohol- en drugstoornissen vast te stellen. Daarnaast zijn enkele diagnostische categorieën samengevoegd. De DSM-5 introduceert bijvoorbeeld de diagnose persisterende depressieve stoornis, die de DSM-IV-categorieën chronische depressie en dysthymie combineert. Deze waren binnen NEMESIS-2 al gedefinieerd en zijn nu in de rekenregels samengevoegd.

Ook is de classificatie van agorafobie aangepast. Waar deze in de DSM-IV uitsluitend werd gezien in samenhang met paniekstoornis, kunnen agorafobie en paniekstoornis in de DSM-5 als afzonderlijke diagnoses worden gesteld. Dit betekende dat de criteria voor agorafobie moesten worden herzien, zodat deze nu vergelijkbaar zijn met de rekenregels voor andere fobieën.

De meeste wijzigingen zijn doorgevoerd in de rekenregels voor alcohol- en drugstoornissen. Naast het weglaten van ‘problemen met justitie’ en het toevoegen van ‘hunkering’ zijn de symptomen van misbruik en afhankelijkheid samengevoegd en is een nieuw clustercriterium geïntroduceerd.

Aanvullende vragenlijst

De aanvullende lijst van de eerste en tweede meting van NEMESIS-3 is zo opgebouwd dat een vergelijking mogelijk is met de belangrijkste vragen en schalen die gebruikt zijn in NEMESIS-2. De onderwerpen die in de aanvullende vragenlijst van NEMESIS-3 aan bod kwamen, zijn:

4​4​ 5​5​ 6​6​ 7​7 8​8​ 9​9​10​10​ 11​11​12​12​13​13​ 14​14​15​15​ 16​16​17​17​18​18​19​19​20​20​, 21​21​

Referenties

  1. 1.
    Ten Have M, Tuithof M, van Dorsselaer S, Schouten F, de Graaf R. The Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-3 (NEMESIS-3): Objectives, methods and baseline characteristics of the sample. Vol. 32, International journal of methods in psychiatric research. 2023. p. e1942.
  2. 2.
    Haro JM, Arbabzadeh-Bouchez S, Brugha TS, de Girolamo G, Guyer ME, Jin R, et al. Concordance of the Composite International Diagnostic Interview Version 3.0 (CIDI 3.0) with standardized clinical assessments in the WHO World Mental Health surveys. [Internet]. Vol. 15, International journal of methods in psychiatric research. 2006. p. 167–80. Available from: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17266013
  3. 3.
    Tuithof M, ten Have M, van Dorsselaer S, Kleinjan M, Beekman A, de Graaf R. Course of subthreshold depression into a depressive disorder and its risk factors [Internet]. Vol. 241, Journal of Affective Disorders. 2018. p. 206–215. Available from: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0165032718306578
  4. 4.
    Allison C, Auyeung B, Baron-Cohen S. Toward Brief “Red Flags” for Autism Screening: The Short Autism Spectrum Quotient and the Short Quantitative Checklist in 1,000 Cases and 3,000 Controls [Internet]. Vol. 51, Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry. 2012. p. 202–212.e7. Available from: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0890856711010331
  5. 5.
    Honings S, Drukker M, ten Have M, de Graaf R, van Dorsselaer S, van Os J. Psychotic Experiences and Risk of Violence Perpetration and Arrest in the General Population: A Prospective Study [Internet]. Mechelli A, editor. Vol. 11, PLOS ONE. 2016. p. e0159023. Available from: https://dx.plos.org/10.1371/journal.pone.0159023
  6. 6.
    van Nierop M, Viechtbauer W, Gunther N, van Zelst C, de Graaf R, ten Have M, et al. Childhood trauma is associated with a specific admixture of affective, anxiety, and psychosis symptoms cutting across traditional diagnostic boundaries [Internet]. Vol. 45, Psychological Medicine. 2015. p. 1277–1288. Available from: https://www.cambridge.org/core/product/identifier/S0033291714002372/type/journal_article
  7. 7.
    Uher R, Heyman I, Mortimore C, Frampton I, Goodman R. Screening young people for obsessive-compulsive disorder [Internet]. British Journal of Psychiatry. Royal College of Psychiatrists; 2007. p. 353–4. Available from: http://dx.doi.org/10.1192/bjp.bp.106.034967
  8. 8.
    Baker M, Stabile M, Deri C. What Do Self-Reported, Objective, Measures of Health Measure? [Internet]. Vol. XXXIX, Journal of Human Resources. 2004. p. 1067–1093. Available from: http://jhr.uwpress.org/lookup/doi/10.3368/jhr.XXXIX.4.1067
  9. 9.
    CRAIG CL, MARSHALL AL, SJ??STR??M M, BAUMAN AE, BOOTH ML, AINSWORTH BE, et al. International Physical Activity Questionnaire: 12-Country Reliability and Validity [Internet]. Medicine & Science in Sports & Exercise. Ovid Technologies (Wolters Kluwer Health); 2003. p. 1381–95. Available from: http://dx.doi.org/10.1249/01.MSS.0000078924.61453.FB
  10. 10.
    Levine DW, Lewis MA, Bowen DJ, Kripke DF, Kaplan RM, Naughton MJ, et al. Reliability and validity of Women’s Health Initiative Insomnia Rating Scale. [Internet]. Vol. 15, Psychological Assessment. 2003. p. 137–148. Available from: http://doi.apa.org/getdoi.cfm?doi=10.1037/1040-3590.15.2.137
  11. 11.
    ten Have M, Penninx BWJH, van Dorsselaer S, Tuithof M, Kleinjan M, de Graaf R. Insomnia among current and remitted common mental disorders and the association with role functioning: results from a general population study [Internet]. Vol. 25, Sleep Medicine. 2016. p. 34–41. Available from: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S1389945716301319
  12. 12.
    Von Korff M, Crane PK, Alonso J, Vilagut G, Angermeyer MC, Bruffaerts R, et al. Modified WHODAS-II provides valid measure of global disability but filter items increased skewness [Internet]. Vol. 61, Journal of Clinical Epidemiology. 2008. p. 1132–1143. Available from: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0895435608000061
  13. 13.
    Van Tilburg TG, de Jong Gierveld J. Reference standards for the loneliness scale. Vol. 30, Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie. 1999. p. 158–163.
  14. 14.
    de Jong-Gierveld J, Kamphuls F. The Development of a Rasch-Type Loneliness Scale [Internet]. Vol. 9, Applied Psychological Measurement. 1985. p. 289–299. Available from: http://journals.sagepub.com/doi/10.1177/014662168500900307
  15. 15.
    Schaufeli, W.B., van Dierendonck, D. Utrechtse burn-out schaal: handleiding, Pearson Assessment and Information B.V, Amsterdam. 2000.
  16. 16.
    Schaufeli WB. Maslach burnout inventory-general survey (MBI-GS). Maslach burnout inventory manual. Consulting Psychologists Press; 1996.
  17. 17.
    Williams J, Leamy M, Bird V, Le Boutillier C, Norton S, Pesola F, et al. Development and evaluation of the INSPIRE measure of staff support for personal recovery [Internet]. Vol. 50, Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology. 2015. p. 777–786. Available from: http://link.springer.com/10.1007/s00127-014-0983-0
  18. 18.
    Jans-Beken L, Lataster J, Leontjevas R, Jacobs N. Measuring Gratitude: A Comparative Validation of the Dutch Gratitude Questionnaire (GQ6) and Short Gratitude, Resentment, and Appreciation Test (SGRAT) [Internet]. Psychologica Belgica. Ubiquity Press, Ltd.; 2015. p. 19–31. Available from: http://dx.doi.org/10.5334/pb.bd
  19. 19.
    Kuyper L. Transgenders in Nederland: prevalentie en attitudes. Tijdschrift voor Seksuologie [Internet]. 2012;129–35. Available from: https://www.seksuologieonderzoek.be/wp-content/uploads/2015/09/Seksuele_gezondheid_in_Nederland_2011.pdf#page=50
  20. 20.
    Bockting W, Benner A, Coleman E. Gay and Bisexual Identity Development Among Female-to-Male Transsexuals in North America: Emergence of a Transgender Sexuality [Internet]. Vol. 38, Archives of Sexual Behavior. 2009. p. 688–701. Available from: http://link.springer.com/10.1007/s10508-009-9489-3
  21. 21.
    Hart CG, Saperstein A, Magliozzi D, Westbrook L. Gender and Health: Beyond Binary Categorical Measurement [Internet]. Journal of Health and Social Behavior. SAGE Publications; 2019. p. 101–18. Available from: http://dx.doi.org/10.1177/0022146519825749

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Over de studie NEMESIS. NEMESIS. Onderwerpen in NEMESIS-3.
    . Geraadpleegd op: 05 june 2025. Trimbos-instituut, Utrecht