Cijfers per aandoening

– Bipolaire stoornis

De bipolaire stoornis staat ook wel bekend als de manisch-depressieve stoornis. De stoornis valt onder de hoofdgroep stemmingsstoornissen. Hieronder staat voor verschillende demografische kenmerken beschreven hoe vaak een bipolaire stoornis ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden vóórkomt. Hierbij worden de criteria van de DSM-5 aangehouden.

Diagnostische criteria

De term bipolair geeft aan dat de stemming twee extremen kan vertonen: extreem uitgelaten of juist extreem neerslachtig. Iemand heeft een bipolaire stoornis als hij of zij episodes doormaakt met een uitgelaten of prikkelbare stemming die tenminste enkele dagen tot weken aanhoudt (manische of hypomane episodes). Dat uit zich in overdreven vrolijk zijn maar ook snel boos zijn.

Daarnaast is sprake van drie of meer van de volgende verschijnselen:

  • Het gevoel hebben alles aan te kunnen
  • Weinig slapen
  • Druk praten, drukker dan gewoonlijk
  • Gedachtevlucht, gevoel dat de gedachten jagen
  • Verhoogde afleidbaarheid, makkelijk afgeleid worden door niet ter zake doende prikkels
  • Toenemen van doelgerichte activiteit of psychomotorische agitatie
  • Dingen doen zonder rekening te houden met nadelige gevolgen (bijvoorbeeld ongeremde koopwoede, impulsief nieuwe (seksuele) relaties aangaan, of impulsieve zakelijke investeringen).

Een bipolaire stoornis is zo ernstig dat er duidelijke problemen in het werk of de gewone sociale activiteiten of relaties ontstaan. Als de symptomen gepaard gaan met problemen in het functioneren (ruzies, onverantwoorde uitgaven of andere activiteiten) spreekt men van een manie, als dat niet het geval is van een hypomanie.

Vrijwel alle mensen met een bipolaire stoornis maken naast (hypo)manische episodes ook depressieve episodes door. In dat geval wordt alleen een bipolaire stoornis toegekend omdat de depressieve episode onderdeel is van de bipolaire stoornis. Overigens worden de (hypo)manische en depressieve episodes afgewisseld door periodes zónder een veranderde stemming.

Vóórkomen

De tabellen in deze paragraaf geven het vóórkomen van een bipolaire stoornis ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden weer. Hierbij kijken we voor de totale bevolking en voor mannen en vrouwen apart naar het vóórkomen bij verschillende demografische groepen. De tabel geeft de resultaten weer in gewogen percentages en laat zien of er tussen de categorieën van de demografische groepen sprake van significante verschillen zijn (chi-kwadraat toets). Het is mogelijk om de tabel te downloaden om naast de percentages ook het 95% betrouwbaarheidsinterval in te zien. Dit kan met de knop rechtsbovenin de tabel, en te kiezen voor ‘download volledige tabel (xlsx)’.  

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    ten Have, M., Tuithof, M., van Dorsselaer, S., Schouten, F., de Graaf, R. NEMESIS Cijfers per aandoening- Bipolaire stoornis .Geraadpleegd op: 16 april 2024.Trimbos-instituut, Utrecht