Sinds 1996 zijn er drie NEMESIS-studies uitgevoerd onder de algemene volwassen bevolking. In grote lijnen is de opzet en inhoud van deze studies gelijk. Zo onderzoeken ze alle drie de psychische gezondheid van de Nederlandse volwassen bevolking met een gestructureerd interview bij mensen thuis. Toch hebben de drie NEMESIS-studies ook specifieke kenmerken. Daar kunt u in deze paragraaf meer over lezen.
Kenmerken NEMESIS-1
De eerste NEMESIS ging in 1996 van start en bestond uit drie metingen. In de figuur is te zien hoeveel respondenten aan elke meting deelnamen en wat het responspercentage was.
Professionele interviewers voerden het veldwerk van NEMESIS-1 uit. De interviews werden bij de respondenten thuis gehouden. De gesprekken duurden gemiddeld anderhalf uur.
In alle drie de metingen van NEMESIS-1 werd het vóórkomen van psychische aandoeningen volgens de DSM-III-R vastgesteld met het klinisch instrument de CIDI versie 1.1. Dit instrument werd ontwikkeld door de WHO en is gebaseerd op andere instrumenten (de DIS en de PSE). De CIDI kan worden afgenomen door getrainde interviewers zonder klinische achtergrond. De CIDI 1.1 is een voorloper van het klinische instrument dat in de latere NEMESIS-studies wordt gebruikt. Naast de CIDI is op elke meting een aanvullende vragenlijst afgenomen om meer inzicht te krijgen in mogelijke voorspellers en gevolgen van psychische aandoeningen.
De gegevens van NEMESIS-1 hebben veel inzichten opgeleverd over het vóórkomen, ontstaan, beloop en gevolgen van psychische aandoeningen in de Nederlandse bevolking. Bekijk een samenvatting in dit rapport.
Kenmerken NEMESIS-2
De NEMESIS-studie is eind 2007 voor de tweede keer van start gegaan met een volledig nieuwe steekproef van respondenten. Deze studie hebben we NEMESIS-2 genoemd. NEMESIS-2 is een herhaling van de eerste NEMESIS-studie, maar is ook uitgebreid met onderwerpen die niet in NEMESIS-1 waren opgenomen:
- In NEMESIS-2 is voor het eerst gekeken naar het vóórkomen van ADHD en gedragsstoornissen in de kindertijd.
- Respondenten van NEMESIS-2 zijn gedurende een langere tijd gevolgd, in totaal 9 jaar. Zo kregen we meer inzicht verkregen in het langdurig beloop van psychische problemen.
- In NEMESIS-2 zijn DSM-IV aandoeningen bepaald met de CIDI 3.0.
- Een aanvullende vragenlijst met telkens actuele onderwerpen. Het overzicht “Meetinstrumenten” geeft een goed beeld van de onderwerpen die per meting zijn uitgevraagd in NEMESIS-2.
- De opzet en resultaten van de eerste meting van NEMESIS-2 staan uitgebreid beschreven in het rapport “De psychische gezondheid van de Nederlandse bevolking”.
Voor NEMESIS-2 werden in totaal vier metingen uitgevoerd waarbij telkens de respondenten van de voorgaande meting werden benaderd voor deelname aan de vervolgmeting. In de figuur is te zien hoeveel respondenten aan elke meting deelnamen en wat het responspercentage was.
Met de vervolgmetingen kunnen veranderingen in de psychische gezondheid van mensen over een periode van 9 jaar onderzocht worden. Zo kunnen we het ontstaan van psychische aandoeningen onderzoeken bij mensen die eerder geen problematiek hadden. Daarnaast kunnen we het beloop van psychische aandoeningen onderzoeken bij mensen die eerder al een aandoening hadden. Ook kunnen we nagaan wat aan een verandering vooraf gaat. De opzet en een aantal resultaten van de tweede meting van NEMESIS-2 staan beschreven in het rapport “Incidentie van psychische aandoeningen”.
Kenmerken NEMESIS-3
De NEMESIS-studie is eind 2019 voor de derde keer van start gegaan met een geheel nieuwe groep respondenten. De opzet van de eerste meting van NEMESIS-3 staat uitgebreid beschreven in het Methode hoofdstuk. Een aantal belangrijke verschillen met de eerdere NEMESIS-studies zijn:
- Het veldwerk van de derde NEMESIS-studie vond plaats van november 2019 tot en met maart 2022. Het veldwerk duurde langer dan bij de eerdere NEMESIS-studies doordat tijdens het veldwerk drie lockdown perioden plaatsvonden door de coronapandemie. Omdat het veldwerk zowel vóór als tijdens de coronapandemie plaatsvond, kijken we ook in hoeverre de pandemie een effect heeft gehad op de psychische gezondheid van de bevolking.
- In NEMESIS-3 werd gebruik gemaakt van een aselecte steekproef van personen uit het bevolkingsregister getrokken. Dit was voor het eerst. In de eerdere NEMESIS-onderzoeken is een steekproef van adressen van particuliere huishoudens getrokken. Vervolgens werd dan de laatste-verjaardag-methode gebruikt om binnen het getrokken huishouden de respondent te selecteren.
- Voor NEMESIS-3 werden in totaal 6.194 Nederlanders tussen de 18 en 75 jaar in een mondeling gesprek geïnterviewd over hun psychische gezondheid. Het opnemen van respondenten van 65-75 jaar in de studie is een belangrijk verschil tussen NEMESIS-3 en de twee eerdere NEMESIS-studies is. Zo komen we nu meer te weten over de psychische gezondheid van ouderen. Dit is ook belangrijk omdat dit een leeftijdsgroep is die vaak ondervertegenwoordigd is in psychiatrisch-epidemiologische studies (Andreas et al., 2017).
- In NEMESIS-3 kunnen psychische aandoeningen volgens DSM-5 én DSM-IV worden bepaald. Hiervoor wordt een doorontwikkelde versie van de CIDI 3.0 gebruikt. De DSM-5 diagnoses stellen ons in staat om actuele cijfers over het vóórkomen van psychische aandoeningen in de bevolking te berekenen. Met de DSM-IV diagnoses kan een vergelijking met NEMESIS-2 worden gemaakt zodat trends in de tijd in het vóórkomen van psychische aandoeningen onderzocht kunnen worden. In de paragraaf Diagnostisch instrument in het methode hoofdstuk kunt u meer lezen over de doorontwikkelde CIDI 3.0.