Incidentie van psychische aandoeningen

Samenvatting

De incidentie van DSM-5 stemmings-, angst-, en middelenstoornissen is onderzocht in de volwassen bevolking (18-75 jaar bij de eerste meting van NEMESIS-3). Bij de mensen die nooit eerder in hun leven een bepaalde psychische aandoening hebben gehad, is gekeken hoeveel mensen die psychische aandoening ontwikkelden tussen de eerste en de tweede meting. Dit was een periode van bijna drie jaar (gemiddeld twee jaar en 310 dagen). De cijfers zijn gebaseerd op gewogen data (zie ook Meting 2).

  • Ruim één op de tien (11%) volwassen Nederlanders ontwikkelt voor het eerst in hun leven een psychische aandoening in een periode van bijna drie jaar. Uitgesplitst naar de verschillende hoofdgroepen zijn de cijfers als volgt: 7% ontwikkelt een incidente stemmingsstoornis, 7% een incidente angststoornis en 3% een incidente middelenstoornis (zie ook Incidentie van psychische aandoeningen).
  • Omgerekend naar aantallen per jaar in de bevolking, krijgen elk jaar ongeveer 275.000 volwassen Nederlanders voor het eerst in hun leven een psychische aandoening (zie ook Aantallen Nederlanders met een incidente aandoening).
  • Vrouwen, jongvolwassenen, volwassenen met basisonderwijs, lbo, mavo of vmbo als hoogst afgeronde opleiding, en volwassenen die in de stad wonen hebben vaker een incidente psychische aandoening (zie ook Demografische kenmerken).

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    NEMESIS. Incidentie van psychische aandoeningen. Samenvatting.
    . Geraadpleegd op: 18 november 2025. Trimbos-instituut, Utrecht