Zorggebruik

Zorggebruik in de afgelopen 12 maanden

Deze pagina geeft het zorggebruik vanwege psychische problemen of alcohol-of drugsproblemen in de afgelopen 12 maanden weer (hierna omschreven als zorg vanwege psychische problemen). Het zorggebruik is aan alle respondenten gevraagd ongeacht de aanwezigheid van een psychische aandoening. We behandelen het zorggebruik van de totale bevolking, naar dat van mensen met een psychische aandoening en naar dat van mensen met een specifieke psychische aandoening.​1​

Het onderstaande kader laat zien welke zorgvoorzieningen in NEMESIS zijn onderzocht.

Totale bevolking

In de totale bevolking (18-75 jaar) heeft 16% vanwege psychische problemen gebruik gemaakt van de AGZ of GGZ (zie meer cijfers over gebruik van zorg). Als gekeken wordt naar de afzonderlijke vormen van zorg is te zien dat 14% van de volwassenen gebruik maakte van de AGZ (zie onderstaande figuur) en 9% van de GGZ. Dit was dan meestal ambulante GGZ; slechts 0,5% maakte gebruik van overige GGZ (deeltijd behandeling of opname). Daarnaast kreeg 6% van de volwassenen medicatie vanwege psychische problemen voorgeschreven.

Bijna 2 miljoen volwassen Nederlanders (1.966.000) hebben in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van zorg (AGZ, GGZ of beide) vanwege psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen. 1,7 miljoen volwassenen maakten gebruik van de AGZ en 1,1 miljoen volwassenen van de GGZ (zie onderstaande tabel). Medicatie vanwege psychische problemen werd gebruikt door 813.000 volwassenen.

Volwassenen met een psychische aandoening

Van de mensen met een psychische aandoening in de afgelopen 12 maanden heeft een derde (34%) hulp gezocht in de AGZ in dezelfde periode. Bijna een kwart (23%) zocht hulp in de GGZ. Veel mensen bezochten ook beide; in totaal maakten bijna vier op de tien (38%) mensen met een psychische aandoening gebruik van de AGZ of GGZ (zie meer cijfers over gebruik van de AGZ) . Bijna één op de vijf (18%) mensen met een psychische aandoening kreeg medicatie voorgeschreven vanwege psychische problemen.

Specifieke psychische aandoeningen

Mensen met een stemmingsstoornis maken het vaakst gebruik van de AGZ en GGZ (zie onderstaande figuur). Daarna volgen mensen met ADHD, mensen met een angststoornis en ten slotte mensen met een middelenstoornis. Bij medicatie is een ander patroon zichtbaar. Mensen met ADHD gebruiken het vaakst voorgeschreven medicatie (31%).  

Binnen de hoofdgroep van mensen met een stemmingsstoornis maken degenen met een bipolaire stoornis het vaakst gebruik van zorg (AGZ: 63%; GGZ: 51%; medicatie: 43%). Binnen de groep van angststoornissen is dit het hoogst voor degenen met een gegeneraliseerde angststoornis (AGZ: 59%; GGZ: 43%; medicatie: 37%), en degenen met paniekstoornis (AGZ: 61%; GGZ: 42%; medicatie: 38%). Binnen de groep middelenstoornissen zijn dit de mensen met een drugsstoornis (AGZ: 35%; GGZ: 28%; medicatie: 26%).

Omdat gevraagd is naar zorggebruik in het algemeen kan het zijn dat een deel van de mensen die hulp zochten met bijvoorbeeld een angststoornis niet voor deze aandoening behandeling of medicatie ontving, maar voor een bijkomende psychische aandoening, bijvoorbeeld een depressieve stoornis. Daarnaast moet opgemerkt worden dat veel mensen gebruik maken van AGZ én GGZ. Hieronder zijn meer cijfers over hoeveel mensen gebruik maken van enige zorg (AGZ of GGZ of beide) vanwege psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen.

De tabel geeft het zorggebruik in de AGZ weer voor psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen in de afgelopen 12 maanden. Het gaat hierbij om het AGZ-gebruik van de totale bevolking, naar dat van volwassenen met en zonder een psychische aandoening en naar dat van mensen met een specifieke psychische aandoening in percentages. Er is gekeken naar het totale AGZ-gebruik en apart voor de huisartsenzorg en de overige AGZ zoals de thuiszorg of medisch specialist. Met de knop in de rechter bovenhoek kan de tabel met 95% betrouwbaarheidsintervallen worden gedownload.

Leeswijzer tabel
Van alle Nederlandse volwassenen (18-75 jaar) heeft 14% in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de Algemene Gezondheidszorg, 11% maakte gebruik van huisartsenzorg en 7% van overige AGZ zoals een bedrijfsarts of een maatschappelijk werker. Als alleen gekeken wordt naar de mensen met enige psychische aandoening zijn deze percentages respectievelijk: 34%, 28% en 18%.

De tabel geeft het zorggebruik in de GGZ weer voor psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen in de afgelopen 12 maanden. Het gaat hierbij om de totale bevolking, om volwassenen zonder en met psychische aandoening en om alle specifieke psychische aandoeningen in percentages. Er is gekeken naar het totale GGZ-gebruik en apart voor de ambulante GGZ en de overige GGZ, zoals een dagbehandeling of opname. Met de knop in de rechter bovenhoek kan de tabel met 95% betrouwbaarheidsintervallen worden gedownload.

Leeswijzer tabel
Van alle Nederlandse volwassenen (18-75 jaar) heeft 9% in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de Geestelijke Gezondheidszorg, 9% maakte gebruik van ambulante zorg (korte behandelsessies of therapie zonder opname) en 0,1% van overige GGZ zoals een deeltijdbehandeling van één of meerdere dagdelen of opname in een GGZ-instelling. Als alleen gekeken wordt naar de mensen met enige psychische aandoening zijn deze percentages respectievelijk: 23%, 23% en 1,7%.

De tabel geeft het zorggebruik in de AGZ, GGZ of beide (enige zorg) en gebruik van medicatie weer voor psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen in de afgelopen 12 maanden. Het gaat hierbij om de totale bevolking, om volwassenen zonder en met psychische aandoening en om alle specifieke psychische stoornissen in percentages. Met de knop in de rechter bovenhoek kan de tabel met 95% betrouwbaarheidsintervallen worden gedownload.

Leeswijzer tabel
Van alle Nederlandse volwassenen (18-75 jaar) heeft 16% in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de AGZ, GGZ of beide, 6% maakte gebruik van medicatie voor psychische problemen. Als alleen gekeken wordt naar de mensen met enige psychische aandoening zijn deze percentages respectievelijk: 38% en 18%.

Volwassenen met comorbiditeit

Volwassenen met meerdere psychische aandoeningen (comorbiditeit) maken vaker gebruik van zorg vanwege psychische problemen dan mensen met één psychische aandoening. Zo maakt ruim de helft (52%) van de mensen met twee of meer psychische aandoeningen gebruik van de AGZ tegenover één op de vijf (20%) mensen met één psychische aandoening. Een vergelijkbaar beeld zien we ook bij het gebruik van GGZ en van medicatie.

Andere zorg

Naast het gebruik van AGZ, GGZ of medicatie, kunnen mensen ook gebruik maken van andere vormen van zorg vanwege psychische problemen. In NEMESIS is daarom aanvullend gevraagd naar het gebruik van een alternatieve genezer, pastorale zorgverlener, zelfhulpgroep of telefonische hulplijn.

Uit NEMESIS-3 blijkt dat in de afgelopen 12 maanden 1,8% van de volwassen bevolking (18-75 jaar) gebruik maakt van andere zorg vanwege psychische problemen. Dit komt overeen met 231.000 volwassen Nederlanders. Bij mensen met een psychische aandoening ligt het gebruik hoger: 4,0% (zie figuur). Net als bij het gebruik van AGZ, GGZ en medicatie, is het gebruik van deze andere zorg het hoogst onder volwassenen met een stemmingsstoornis (7%) en het laagst onder volwassenen met een middelenstoornis (4,1%). Ten slotte maken volwassenen met meerdere psychische aandoeningen ruim twee keer zo vaak gebruik van andere zorg dan volwassenen met precies één psychische aandoening (6% tegenover 2,4%).

Referenties

  1. 1.
    Ten Have M, Tuithof M, van Dorsselaer S, Schouten F, Luik AI, de Graaf R. Prevalence and trends of common mental disorders from 2007-2009 to 2019-2022: results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Studies (NEMESIS), including comparison of prevalence rates before vs. during the COVID-19 pandemic. Vol. 22, World psychiatry : official journal of the World Psychiatric Association (WPA). 2023. p. 275–285.

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Zorggebruik. NEMESIS. Zorggebruik in de afgelopen 12 maanden.
    . Geraadpleegd op: 22 july 2025. Trimbos-instituut, Utrecht

Nieuwsberichten