Op deze pagina laten we zien wat de kosten zijn van psychische aandoeningen in de algemene bevolking. We onderscheiden drie soorten kosten: zorgkosten, productiviteitskosten en reiskosten. Ook kijken we hoe deze kosten zich in 12 jaar tijd hebben ontwikkeld. Hiervoor vergelijken we de kosten tussen 2007–2009 (NEMESIS-2) en 2019–2022 (NEMESIS-3). Er is gebruikgemaakt van gewogen gegevens uit de eerste meting van beide studies (zie ook Over de studie NEMESIS).
De resultaten en methoden zijn uitgebreider beschreven in een internationaal wetenschappelijk paper.
Jaarlijkse kosten van psychische aandoeningen
Totale kosten
Mensen met een psychische aandoening hebben jaarlijks gemiddeld €5.630 extra zorgkosten, productiviteitskosten en reiskosten dan mensen zonder psychische aandoening. In 2022 kwamen de totale kosten voor de Nederlandse bevolking van 18 tot en met 75 jaar uit op ongeveer €18,8 miljard (zie ook Meer lezen over de kostenberekening). Hierbij is gekeken naar de volgende veelvoorkomende psychische aandoeningen: stemmings-, angst-, middelenstoornissen en ADHD.
Binnen de hoofdgroepen van aandoeningen werden de hoogste extra kosten gevonden bij stemmingsstoornissen (€6.088). De extra kosten bij angststoornissen (€3.663) en middelenstoornissen (€3.601) waren vergelijkbaar. Volwassenen met ADHD hebben gemiddeld €4.405 aan extra kosten per jaar. Van de specifieke aandoeningen binnen de hoofdgroepen zijn een depressieve stoornis (€6.097) en een paniekstoornis (€5.317) geassocieerd met de hoogste extra kosten per persoon.
Uitgesplitst naar type kosten
We onderscheiden drie soorten kosten: zorgkosten, productiviteitskosten en reiskosten.
Zorgkosten
Mensen met een psychische aandoening hebben hogere zorgkosten dan mensen zonder psychische aandoening. Het gaat om gemiddeld €987 extra zorgkosten per jaar. Van de hoofdgroepen van aandoeningen, waren deze extra kosten het hoogst bij mensen met een stemmingsstoornis. Van de specifieke aandoeningen binnen de hoofdgroepen vallen vooral de hoge zorgkosten op bij een bipolaire stoornis (€2.381).
Productiviteitskosten
Mensen met een psychische aandoening hebben gemiddeld €4.536 extra productiviteitskosten per jaar. Bij de hoofdgroepen hangen de stemmingsstoornissen samen met de hoogste productiviteitskosten (€4.743). Een depressieve stoornis (€5.574) is van de specifieke aandoeningen gerelateerd aan de hoogste productiviteitskosten.
Reiskosten
De reiskosten voor patiënten en hun familie maken slechts een klein deel uit van de totale kosten: voor enige psychische aandoening is dit gemiddeld €108 per persoon. Er zijn geen grote verschillen in reiskosten tussen de hoofdgroepen en de specifieke aandoeningen.
Relatieve bijdrage type kosten in totale kosten
Bij angststoornissen en middelenstoornissen maken de productiviteitskosten meer dan 80% uit van de totale kosten. Bij een bipolaire stoornis (48%) en persisterende depressieve stoornis (59%) wegen juist de zorgkosten zwaarder. Over het geheel genomen variëren de zorgkosten van ongeveer 6% tot 59% van de totale kosten, afhankelijk van het type stoornis. Reiskosten vormen slechts een klein deel van de totale kosten: ongeveer 2%.
Trends in kosten van psychische aandoeningen
Totale kosten
De kosten van psychische aandoeningen in 2007–2009 (NEMESIS-2) zijn vergeleken met die in 2019–2022 (NEMESIS-3). Er is bij de vergelijking gekeken naar de volgende hoofdgroepen van aandoeningen: stemmingsstoornissen, angststoornissen en middelenstoornissen. Om de twee studies goed te kunnen vergelijken, zijn enkele aanpassingen gedaan. Zo wordt nu gekeken naar DSM-IV aandoeningen in de afgelopen 12 maanden bij volwassenen van 18 t/m 64 jaar (zie ook Meer lezen over de berekening van trends).
In 2007-2009 (NEMESIS-2) hadden mensen van 18-64 jaar met een psychische aandoening jaarlijks €7.214 meer zorgkosten, productiviteitskosten en reiskosten dan mensen zonder psychische aandoening. In 2019-2022 (NEMESIS-3) was dit een vergelijkbaar bedrag, namelijk €7.017. Als we kijken naar de hoofdgroepen zien we wel verschillen. Bij stemmingsstoornissen en angststoornissen waren de kosten in 2019–2022 gedaald, terwijl de kosten bij middelenstoornissen juist iets stegen.
Uitgesplitst naar type kosten
We onderscheiden drie soorten kosten: zorgkosten (de zorgcontacten en medicijngebruik), productiviteitskosten (volledig verzuim en/of verminderd functioneren bij werk of dagelijkse bezigheden) en reiskosten (het reizen van en naar zorgverleners).
Zorgkosten
De extra zorgkosten bij mensen met een psychische aandoening namen af van gemiddeld €1.124 in 2007–2009 naar €739 in 2019–2022. Vooral bij stemmingsstoornissen was sprake van een duidelijke daling. Deze daling komt voornamelijk door minder gebruik van dagbehandeling en klinische opname in de geestelijke gezondheidszorg. Daar staat tegenover dat de huisarts vaker wordt bezocht in 2019-2022 dan in 2007-2009. Omdat huisartsenzorg relatief goedkoop is, heeft deze toename echter een minder groot effect op de totale kosten.
Productiviteitskosten
De extra productiviteitskosten voor het hebben van een psychische aandoening nam toe van gemiddeld €6.049 in 2007-2009 naar €6.247 in 2019-2022. De productiviteitskosten namen af voor stemmingsstoornissen (€7.962 vs. €7.101) en angststoornissen (€5.518 vs. €5.207). Bij middelenstoornissen stegen de productiviteitskosten juist (€4.235 vs. €4.619).
Reiskosten
De extra reiskosten voor het hebben van een psychische aandoening van de hoofdgroepen bleven nagenoeg gelijk: gemiddeld €41 in 2007–2009 en €32 in 2019–2022.
Conclusie
Deze studie laat zien dat de extra kosten van psychische aandoeningen aanzienlijk zijn. Bij verreweg de meeste onderzochte aandoeningen vormen productiviteitsverliezen het grootste deel van de totale kosten.
De jaarlijkse totale extra kosten per persoon met een psychische aandoening zijn vergelijkbaar met die van ongeveer twaalf jaar geleden.
Het zorggebruik per persoon met een psychische aandoening is iets gedaald. Het aandeel van de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg nam af, terwijl de kosten bij de huisarts juist iets hoger uitvielen.
- *Er is uitgegaan van het aantal inwoners van Nederland van 18 tot en met 75 jaar dat op 1 januari 2022 in particuliere huishoudens of instellingen woonde.
 
Referenties
-   [1]Zorginstituut Nederland, “Kostenhandleiding: Methodologie van economische evaluaties en referentieprijzen (herziene versie 2024),” Zorginstituut Nederland, Jan. 16, 2024. Available: https://www.zorginstituutnederland.nl/over-ons/publicaties/publicatie/2024/01/16/kostenhandleiding-voor-economische-evaluaties-in-de-gezondheidszorg. [Accessed: Nov. 03, 2025]
 
