- In de afgelopen 12 maanden heeft vanwege psychische problemen 14% van de Nederlandse volwassenen gebruik gemaakt van de algemene gezondheidszorg (AGZ) en 9% van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). 6% kreeg medicatie voorgeschreven vanwege psychische problematiek (zie ook Zorggebruik in afgelopen 12 maanden).
- Volwassenen met een stemmingsstoornis maken het vaakst gebruik van de AGZ of GGZ, gevolgd door volwassenen met ADHD en volwassenen met een angststoornis. Volwassenen met een middelenstoornis maken het minst gebruik van deze zorg. Medicatie wordt het vaakst voorgeschreven aan volwassenen met ADHD en volwassenen met een stemmingsstoornis (zie ook Zorggebruik in afgelopen 12 maanden).
- Omgerekend naar aantallen volwassenen in de bevolking hebben vanwege psychische problemen bijna 2 miljoen Nederlanders in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de AGZ of GGZ en kregen 813.000 volwassenen medicatie voor psychische problemen voorgeschreven (zie ook Aantallen Nederlanders die zorg gebruiken).
- De volgende groepen maken vanwege psychische problemen vaker gebruik van zorg en medicatie: vrouwen, volwassenen met basisonderwijs, lbo, mavo of vmbo als hoogst afgeronde opleiding, volwassenen zonder betaald werk, volwassenen van niet-Nederlandse herkomst en volwassenen die in een stedelijk gebied wonen. Het gebruik van AGZ of GGZ is het hoogst onder 25-44- jarigen, waarna het met de leeftijd afneemt. Volwassenen met het hoogste huishoudinkomen maken het minst gebruik van deze zorg en van medicatie (zie ook Demografische kenmerken).
- Trends in zorggebruik zijn bekeken door een vergelijking te maken met de eerste meting van NEMESIS-2 (2007-2009) voor 18-64-jarigen. Het gebruik van AGZ nam toe van 9% in 2007-2009 naar 15% in 2019-2022. Ook het gebruik van de GGZ nam in dezelfde periode toe: van 6% naar 10%. Het medicatiegebruik nam toe van 6% naar 7% (zie ook Trends in zorggebruik).
- In de afgelopen 12 maanden heeft vanwege psychische problemen 1,8% van alle Nederlandse volwassenen andere zorg gebruikt, zoals alternatieve hulpverlening of een zelfhulpgroep. Van de mensen met een psychische aandoening was dat 4,0% (zie ook Andere zorg).
- Van alle Nederlandse volwassenen had 3,6% in de afgelopen 12 maanden een onvervulde zorgbehoefte. Zij hebben behoefte gehad aan (meer) professionele hulp, maar hebben deze niet gezocht. Van de mensen met een psychische aandoening was dat 10%. Ondanks het toegenomen zorggebruik nam in het afgelopen decennium de onvervulde zorgbehoefte bij 18-64-jarigen ook significant toe: van 1,8% in 2007-2009 naar 4,0% in 2019-2022 (zie ook Onvervulde zorgbehoefte).
Onderzocht is in hoeverre Nederlandse volwassenen (18-75 jaar) gebruik maken van zorg vanwege psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen (steeds omschreven als zorg vanwege psychische problemen). Het gaat hierbij om gebruik van zorg zoals dat door mensen zelf gerapporteerd is, dus niet om gebruik op basis van registratiecijfers. Het zorggebruik is aan alle respondenten gevraagd ongeacht de aanwezigheid van een psychische aandoening. De cijfers zijn gebaseerd op gewogen data van de eerste meting van NEMESIS-3 (2019-2022), zodat deze representatief zijn voor alle volwassen in Nederland (zie ook Methode). Deze resultaten van de eerste meting van NEMESIS-3 staan ook beschreven in een internationaal wetenschappelijk paper.