Lachgas
Lachgas

Vergelijking met eerdere jaren

Deze pagina gaat dieper in op de veranderingen van het gebruik van lachgas onder scholieren vergeleken met eerdere jaren.

Lees aan het einde van deze pagina meer over gebruikte begrippen en methodewijziging.

Totaal en naar geslacht

Het percentage leerlingen van 12 tot en met 16 jaar dat ooit lachgas heeft gebruikt, is in 2023 (3,1%) meer dan gehalveerd vergeleken met de eerste meting van lachgas in 2015 (7,8%). De grootste daling vond plaats tussen 2019 (9,9%) en 2021 (4,7%). Het beeld is voor jongens en meisjes vergelijkbaar (zie hier de tabel).

Het gebruik van lachgas in het laatste jaar en de laatste maand is in 2023 eveneens lager dan in 2019. Dit geldt voor zowel jongens als meisjes (zie hier de tabel).

Methodewijziging
In 2023 zijn er een aantal veranderingen geweest in de vragenlijst en de manier waarop deze is afgenomen. Dit kan invloed hebben gehad op de resultaten. De uitkomsten van 2023 en de vergelijkingen met eerdere jaren moeten daarom voorzichtig worden geïnterpreteerd (Lees meer).

Begrippen
Ooit: tenminste 1 keer gebruikt in het hele leven.
Laatste jaar: gebruikt in het jaar voorafgaand aan het onderzoek.
Laatste maand: gebruikt in de maand voorafgaand aan het onderzoek.

Aanvullende informatie

Hoe te verwijzen

    Rombouts, M., Morren, K., van Dorsselaer, S., Tuithof, M., Monshouwer, K. Peilstationsonderzoek Scholieren 2023. Lachgas.
    .
    Geraadpleegd op: 05 july 2024. Trimbos-instituut, Utrecht.