Op deze pagina beschrijven we verschillen in het ooit gebruik van lachgas tussen groepen. We hebben niet gekeken naar verschillen tussen groepen in het laatste maand gebruik van lachgas, omdat hiervoor de aantallen te laag zijn.
Lees aan het einde van deze pagina meer over gebruikte begrippen en methodewijziging.
Totaal en naar geslacht
Van alle leerlingen van 12 tot en met 16 jaar in het voortgezet onderwijs heeft 3,1% ooit lachgas gebruikt, 2,0% deed dit in het laatste jaar en 0,9% in de laatste maand. Er zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes.
Leeftijd
Er zijn slechts kleine, niet significante verschillen in het ooit en laatste maand gebruik van lachgas tussen de verschillende leeftijden.
Schoolniveau
Op het Vwo is het percentage leerlingen dat ooit lachgas heeft gebruikt (1,9%) lager dan op de andere schoolniveaus. Het verschil tussen Vwo- en Havo-leerlingen is echter niet significant. Onder Vmbo-b/k-leerlingen is het percentage het hoogst (4,3%) maar dit is niet significant verschillend met Vmbo-g/t-leerlingen (3,9%) en Havo-leerlingen (3,0%). Ook het gebruik van lachgas in het laatste jaar is lager onder Vwo-leerlingen vergeleken met de andere schoolniveaus.
Herkomst
Onder leerlingen met een niet-Nederlandse herkomst heeft 4,0% ooit lachgas gebruikt. Dit is hoger dan onder leerlingen met een Nederlandse herkomst (2,7%). Er is geen verschil in het laatste jaar gebruik van lachgas naar herkomst.
Aantal lachgas ballonnen per keer
Aan leerlingen die in de laatste maand lachgas hebben gebruikt (n = 49), is gevraagd hoeveel ballonnen ze gemiddeld per keer gebruiken. Een kwart (25,1%) van de laatste maand gebruikers geeft aan 1 ballon te gebruiken en 29,2% geeft aan 10 ballonnen of meer te gebruiken.
Methodewijziging
In 2023 zijn er een aantal veranderingen geweest in de vragenlijst en de manier waarop deze is afgenomen. Dit kan invloed hebben gehad op de resultaten. De uitkomsten van 2023 en de vergelijkingen met eerdere jaren moeten daarom voorzichtig worden geïnterpreteerd (Lees meer).
Begrippen
Ooit: tenminste 1 keer gebruikt in het hele leven.
Laatste jaar: gebruikt in het jaar voorafgaand aan het onderzoek.
Laatste maand: gebruikt in de maand voorafgaand aan het onderzoek.