In deze paragraaf staan verdiepende cijfers over het zorggebruik vanwege psychische problemen en alcohol- of drugsproblemen in de Nederlandse volwassen bevolking (18-75 jaar) in de afgelopen 12 maanden. Alle soorten zorggebruik worden weergegeven naar de specifieke psychische aandoeningen in de afgelopen 12 maanden. Daarnaast wordt voor het gebruik van AGZ, GGZ, enige zorg en medicatie het gebruik van zorg uitgesplitst naar demografie. Ook de onvervulde zorgbehoefte wordt uitgesplitst naar demografie.
Algemene Gezondheidszorg
De tabel geeft het zorggebruik in de AGZ in de afgelopen 12 maanden weer voor psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen. Het gaat hierbij om het AGZ-gebruik van de totale bevolking, naar dat van volwassenen met en zonder een psychische aandoening en naar dat van mensen met een specifieke psychische aandoening in percentages met 95% betrouwbaarheidsintervallen. Er is gekeken naar het totale AGZ-gebruik en apart voor de huisartsenzorg en de overige AGZ zoals de thuiszorg.
Leeswijzer tabel
Van alle Nederlandse volwassenen (18-75 jaar) heeft 14% in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de Algemene Gezondheidszorg, 11% maakte gebruik van huisartsenzorg en 7% van overige AGZ zoals een bedrijfsarts of een maatschappelijk werker. Als alleen gekeken wordt naar de mensen met enige psychische aandoening zijn deze percentages respectievelijk: 34%, 28% en 18%.
Geestelijke Gezondheidszorg
De tabel geeft het zorggebruik in de GGZ in de afgelopen 12 maanden weer voor psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen in de afgelopen 12 maanden. Het gaat hierbij om de totale bevolking, om volwassenen zonder en met een psychische aandoening en om alle specifieke psychische aandoeningen in percentages met 95% betrouwbaarheidsintervallen. Er is gekeken naar het totale GGZ-gebruik en apart voor de ambulante GGZ en de overige GGZ, zoals een dagbehandeling of opname.
Leeswijzer tabel
Van alle Nederlandse volwassenen (18-75 jaar) heeft 9% in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de Geestelijke Gezondheidszorg, 9% maakte gebruik van ambulante zorg (korte behandelsessies of therapie zonder opname) en 0,1% van overige GGZ zoals een deeltijdbehandeling van één of meerdere dagdelen of opname in een GGZ-instelling. Als alleen gekeken wordt naar de mensen met enige psychische aandoening zijn deze percentages respectievelijk: 23%, 23% en 1,7%.
Enige zorg (AGZ of GGZ) en medicatie
De tabel geeft het zorggebruik in de AGZ, GGZ of beide (enige zorg) en gebruik van medicatie in de afgelopen 12 maanden weer voor psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen. Het gaat hierbij om de totale bevolking, om volwassenen zonder en met een psychische aandoening en om alle specifieke psychische aandoeningen in percentages met 95% betrouwbaarheidsintervallen.
Leeswijzer tabel
Van alle Nederlandse volwassenen (18-75 jaar) heeft 16% in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de AGZ, GGZ of beide, 6% maakte gebruik van medicatie voor psychische problemen. Als alleen gekeken wordt naar de mensen met enige psychische aandoening zijn deze percentages respectievelijk: 38% en 18%.
AGZ en GGZ naar demografie
De tabel laat het gebruik van AGZ en GGZ in de afgelopen 12 maanden zien voor psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen naar demografische kenmerken. Ook Odds Ratio’s (OR) met 95% betrouwbaarheidsintervallen worden weergegeven. Deze OR’s zijn gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd en het hebben van een psychische aandoening in de afgelopen 12 maanden. Dit betekent dat een gevonden verband niet verklaard wordt doordat bijvoorbeeld een psychische aandoening bij een bepaalde demografische groep vaker voorkomt.
Leeswijzer tabel
Van de vrouwen heeft 17% AGZ gebruikt in de afgelopen 12 maanden vanwege psychische problemen, van de mannen is dit 10%. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en het hebben van een psychische aandoening (OR=1,89).
Enige zorg en medicatie naar demografie
De tabel laat het gebruik van enige zorg (AGZ, GGZ of beide) en medicatie in de afgelopen 12 maanden zien voor psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen naar demografische kenmerken. Ook Odds Ratio’s (OR) met 95% betrouwbaarheidsintervallen worden weergegeven. Deze OR’s zijn gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd en het hebben van een psychische aandoening in de afgelopen 12 maanden. Dit betekent dat een gevonden verband niet verklaard wordt doordat bijvoorbeeld een psychische aandoening bij een bepaalde demografische groep vaker voorkomt.
Leeswijzer tabel
Van de vrouwen heeft 20% enige zorg (AGZ, GGZ of beide) gebruikt in de afgelopen 12 maanden vanwege psychische problemen, van de mannen is dit 11%. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en het hebben van een psychische aandoening (OR=1,95).
Onvervulde zorgbehoefte naar demografie
De tabel laat de onvervulde zorgbehoefte in de afgelopen 12 maanden zien voor psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen naar demografische kenmerken. Ook Odds Ratio’s (OR) met 95% betrouwbaarheidsintervallen worden weergegeven. Deze OR’s zijn gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd en het hebben van een psychische aandoening in de afgelopen 12 maanden. Dit betekent dat een gevonden verband niet verklaard wordt doordat bijvoorbeeld een psychische aandoening bij een bepaalde demografische groep vaker voorkomt.
Leeswijzer tabel
Van de vrouwen heeft 4,3% een onvervulde zorgbehoefte gehad in de afgelopen 12 maanden vanwege psychische problemen, van de mannen is dit 2,9%. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en het hebben van een psychische aandoening (OR=1,43).
Trends in zorggebruik
De tabel geeft de verandering in het zorggebruik voor psychische problemen weer tussen 2007-2009 (NEMESIS-2) en 2019-2022 (NEMESIS-3). Het gaat om het gewogen zorggebruik onder alle volwassenen van 18-64 jaar. De resultaten zijn weergegeven in percentages, odds ratios en gecorrigeerde odds ratios.
Leeswijzer tabel
In 2007-2009 had 9% van de volwassen (18-64 jaar) vanwege psychische problemen in de afgelopen 12 maanden gebruik gemaakt van de AGZ, in 2019-2022 was dit 15%. Dit verschil is significant (OR=1,77), ook na correctie voor geslacht, leeftijd, opleidingscategorie, woonsituatie, werksituatie, stedelijkheid en de aanwezigheid van een psychische aandoening (OR=1,52). Dat betekent dat de verandering in het zorggebruik niet komt door veranderingen in demografische kenmerken of het vóórkomen van een psychische aandoening in de bevolking in dezelfde periode.