Lees aan het einde van deze pagina meer over gebruikte begrippen en methodewijziging.
2023 en vergelijking met eerdere jaren
- In 2023 heeft 3,1% van de leerlingen van 12 t/m 16 jaar ooit lachgas gebruikt, 2,0% deed dit in het laatste jaar en 0,9% gebruikte lachgas in de laatste maand (lees meer).
- Het percentage leerlingen dat lachgas heeft gebruikt (ooit en in de laatste maand) is in 2023 meer dan gehalveerd vergeleken met 2015 (lees meer).
Verschillen tussen groepen
- Geslacht: Er zijn geen verschillen in het gebruik van lachgas tussen jongens en meisjes (lees meer).
- Leeftijd: Er zijn geen verschillen in het ooit en laatste jaar gebruik van lachgas tussen de verschillende leeftijden (lees meer).
- Schoolniveau: Het percentage Vwo-leerlingen dat ooit en in het laatste jaar lachgas heeft gebruikt is lager dan onder Vmbo-leerlingen (lees meer).
- Herkomst: Onder leerlingen met een niet-Nederlandse herkomst is het ooit-gebruik van lachgas hoger dan onder leerlingen met een Nederlandse herkomst (lees meer).
Methodewijziging
In 2023 zijn er een aantal veranderingen geweest in de vragenlijst en de manier waarop deze is afgenomen. Dit kan invloed hebben gehad op de resultaten. De uitkomsten van 2023 en de vergelijkingen met eerdere jaren moeten daarom voorzichtig worden geïnterpreteerd (Lees meer).
Begrippen
Ooit: tenminste 1 keer gebruikt in het hele leven.
Laatste jaar: gebruikt in het jaar voorafgaand aan het onderzoek.
Laatste maand: gebruikt in de maand voorafgaand aan het onderzoek.