Op deze pagina staan cijfers van 2023 over het percentage leerlingen van 12 tot en met 16 jaar dat ooit en in de laatste maand snus (nicotinezakjes) heeft gebruikt. Ook beschrijven we verschillen tussen groepen (vanwege kleine aantallen niet voor gebruik in de laatste maand).
Lees aan het einde van deze pagina meer over gebruikte begrippen en methodewijziging.
Totaal en naar geslacht
Van alle leerlingen van 12 tot en met 16 jaar heeft 3,8% ooit snus gebruikt en 1,5% gebruikte in de laatste maand snus. Meer jongens dan meisjes hebben ooit snus gebruikt.
Leeftijd
Het percentage leerlingen dat ooit snus heeft gebruikt neemt geleidelijk toe met de leeftijd, maar niet alle verschillen tussen de leeftijden zijn significant.
Schoolniveau
Het percentage leerlingen dat ooit snus heeft gebruikt is het laagst onder Vwo-leerlingen vergeleken met de andere schoolniveaus. De andere schoolniveaus (Vmbo-b/k, Vmbo-g/t en Havo) verschillen niet van elkaar.
Herkomst
Leerlingen met een niet-Nederlandse herkomst hebben vaker ooit snus gebruikt dan leerlingen met een Nederlandse herkomst.
Snus en roken
Twee derde (66,4%) van de leerlingen die in de laatste maand snus hebben gebruikt, hebben in die maand ook sigaretten gerookt. Verder geeft 7,9% van alle 12 t/m 16- jarigen aan in de laatste maand te hebben gerookt óf snus te hebben gebruikt, 1,0% heeft dit beide gedaan. Lees hier meer over roken onder scholieren.
Vergelijking met eerdere jaren
In 2023 is voor het eerst uitgevraagd naar het gebruik van snus. Daarom is er geen vergelijking mogelijk met eerdere jaren.
Methodewijziging
In 2023 zijn er een aantal veranderingen geweest in de vragenlijst en de manier waarop deze is afgenomen. Dit kan invloed hebben gehad op de resultaten. De uitkomsten van 2023 en de vergelijkingen met eerdere jaren moeten daarom voorzichtig worden geïnterpreteerd (Lees meer).
Begrippen
Ooit: tenminste 1 keer gebruikt in het hele leven.
Laatste maand: gebruikt in de maand voorafgaand aan het onderzoek.