Zorggebruik vanwege psychische problemen of alcohol- of drugsproblemen (omschreven als zorg vanwege psychische problemen) is onderzocht onder Nederlandse volwassenen (18-75 jaar). Het gaat hierbij om zelf gerapporteerd zorggebruik, dus niet om registratiecijfers. De cijfers zijn gebaseerd op gewogen data van de eerste meting van NEMESIS-3 (2019-2022), zodat deze representatief zijn voor alle volwassen in Nederland (zie ook Over de studie NEMESIS). Deze resultaten van de eerste meting van NEMESIS-3 staan ook beschreven in een internationaal wetenschappelijk paper.
- In de afgelopen 12 maanden heeft vanwege psychische problemen 14% van de Nederlandse volwassenen gebruik gemaakt van de algemene gezondheidszorg (AGZ) en 9% van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). 6% kreeg medicatie voorgeschreven vanwege psychische problematiek (zie ook Zorggebruik in afgelopen 12 maanden).
- Volwassenen met een stemmingsstoornis maken het vaakst gebruik van de AGZ of GGZ, gevolgd door volwassenen met ADHD en volwassenen met een angststoornis. Volwassenen met een middelenstoornis maken het minst gebruik van deze zorg. Medicatie wordt het vaakst voorgeschreven aan volwassenen met ADHD en volwassenen met een stemmingsstoornis (zie ook Zorggebruik in afgelopen 12 maanden).
- Verschillende groepen maken vaker vanwege psychische problemen gebruik van zorg en medicatie, bijvoorbeeld: vrouwen, volwassenen met basisonderwijs, lbo, mavo of vmbo als hoogst afgeronde opleiding en volwassenen zonder betaald werk (zie voor een compleet overzicht ook Demografische kenmerken).
- Trends in zorggebruik zijn bekeken door een vergelijking te maken met de eerste meting van NEMESIS-2 (2007-2009) voor 18-64-jarigen. Het gebruik van AGZ nam toe van 9% in 2007-2009 naar 15% in 2019-2022. Ook het gebruik van de GGZ nam in dezelfde periode toe: van 6% naar 10%. Het medicatiegebruik nam toe van 6% naar 7% (zie ook Trends in zorggebruik).